Interview met Johan Fretz, schrijver en theatermaker

Johan Fretz - fotografie: Catharina Gerritsen
12 april 2023

Johan Fretz, schrijver en theatermaker ziet het belang sectorbrede afspraken, onder andere op het gebied van solidariteit en diversiteit, zoals die staan in de Fair Practice Code. “Zelf ben ik van you gotta make it, op zijn Amerikaans. Maar op macroniveau is het wel belangrijk dat dit soort zaken goed geregeld worden.”

Waarom is de Fair Practice Code belangrijk?

Enerzijds wordt kunstenaarschap soms nog wel gezien als een soort veredelde hobby, waardoor het moeilijk kan zijn om fatsoenlijk betaald te worden. Anderzijds vind ik het ook wel je eigen verantwoordelijkheid als maker, dat je serieus genomen wordt, dat je goed betaald wordt, dat de afspraken nagekomen worden. Daarnaast vind ik het niet zo erg om dingen gratis te doen, voor een charmante organisatie, maar voor weinig op komen draven doe ik niet meer. Vlak na de toneelschool heb ik mijn eerste boekje geschreven, dat ging nota bene over de kunstbezuinigingen. Ik werd veel uitgenodigd, maar na een half jaar had ik letterlijk twintig flessen wijn, tien boekenbonnen en geen geld. Terwijl ik door culturele instellingen uitgenodigd werd om te praten over de bezuinigingen op de kunst. Dat was grappig, maar eigenlijk vooral tragisch. Maar misschien hoort dat er in de eerste fase van je carrière er ook wel bij, om publiek op te bouwen.

Vind je dat?

Ja, maar dat moet ook niet te lang duren. Mijn tip voor anderen: neem een agent. Opeens gaan de vergoedingen omhoog. Dat heeft nog een ander effect. Mensen die goed betaald worden, worden verder ook beter verzorgd. Je zou misschien denken dat er voor mensen die gratis komen optreden ook goed wordt gezorgd, nou dat zal je verbazen.

Johan Fretz - fotografie: Catharina Gerritsen

Johan Fretz – fotografie: Catharina Gerritsen

Heb je het gevoel dat je wordt ingezet voor diversiteit?

Vind ik lastig te zeggen, omdat ik de laatste tijd wel veel gevraagd rond dit onderwerp, maar dat is nu een ding natuurlijk, maar ik heb ook een boek geschreven en een voorstelling gemaakt over mijn dubbele afkomst. Ik had ook het idee dat eerst geen rol speelde in de manier waarop ik werd uitgenodigd voor dingen en nu soms wel. Maar ik verwacht dat dat ook weer weg is als mijn volgende project daar niet over gaat. Ik koester graag de illusie dat er een heel circuit is in de culturele sector en zeker binnen onze generatie, waar diversiteit vanzelfsprekend is. De samenwerking tussen Lil’ Kleine en Ronnie Flex gaat niet over dat Ronnie Surinaams is en Lil Kleine wit. Het is gewoon zo, zonder dat het benadrukt wordt.

Is de creatieve sector te wit?

Ja, vind ik wel.

Is dat een probleem?

Het is vooral een probleem voor de mensen die denken dat het geen probleem is. Het is vooral een probleem voor de mensen die denken dat ze zo nog twintig jaar door kunnen gaan. Neem de NPO, met het maken van dezelfde eenkleurige Omroep Max-achtige nostalgische Nederland shit. Of denk aan commissies voor meer diversiteit, alsof ze een soort exotische amoebes uit de prairie moeten halen. Terwijl er gewoon duizenden mensen zijn die toffe dingen maken, die toevallig niet wit zijn.

Johan Fretz - fotografie: Catharina Gerritsen

Johan Fretz – fotografie: Catharina Gerritsen

Hoe moeilijk kan het zijn?

Ik heb ooit een documentaireserie over Suriname willen maken, die door de netmanager word afgeschoten omdat ze al ‘iets over slavernij hadden gedaan’. Terwijl daar ging mijn serie niet over. En dan vervolgens gaat Paulien Cornelissen wel naar Tokio en gaat Wilfred de Bruijn naar Parijs en gaat Rick Nieman naar Italië. Prima, maar laten we dan niet zo hypocriet doen. Zeg dan gewoon: we willen niet diverser worden, en ga lekker door met je uitstervende medium. Uiteindelijk gaat de nieuwe generatie toch wel verder, wij creëren allang onze eigen platforms, uitingsvormen en daarin mengt het zich al vanzelf, zonder al dat gewichtige commissiegelul. Na de vergrijzing komt de verkleuring, deal with it.

 

Tekst: Ko van ’t Hek
Fotografie: Catharina Gerritsen