Interview met Conny Janssen, artistiek leider van het dansgezelschap Conny Janssen danst

Connie Jansen - fotografie: Catharina Gerritsen
12 april 2023

Conny Janssen, artistiek leider van het dansgezelschap Conny Janssen danst, is altijd intrinsiek geïnteresseerd geweest in diversiteit. Het is voor haar zelfs vanzelfsprekend. Wat lastiger is is het onbegrip in andere sectoren over hoe dingen in de culturele sector werkt. “Ik heb die negen dansers in dienst. Salarissen zijn onze grootste kostenpost. Die betaal ik voor een deels uit eigen inkomsten.”

Waarom is de Fair Practice Code belangrijk?

Niemand vindt fair practice onbelangrijk. Voor veel mensen is het zelfs al normaal. Een deel van onze sector heeft het financiële gedeelte al aardig op orde, met een cao, pensioenregelingen en omscholingsfondsen. Voor veel mensen zijn al die kernwaarden van de Fair Practice Code vanzelfsprekend. Voor starters is het wel nog lastig.

Welke van die kernwaardes (solidariteit, duurzaamheid, diversiteit, transparantie, vertrouwen) vind je belangrijk?

Ik heb diversiteit altijd al belangrijk gevonden. Door het nu op te nemen in zo’n code, met alle goede bedoelingen, neigt het naar iets wat opgelegd wordt. Daarmee krijgt het iets kunstmatigs, iets oneigenlijks. Het is goed dat het gesprek gevoerd wordt, voor de bewustwording, maar het moet ook niet zo zijn dat een ‘divers’ iemand aangenomen wordt voor het afvinken.

Connie Jansen - fotografie: Catharina Gerritsen

Connie Jansen – fotografie: Catharina Gerritsen

Hoe divers is Conny Janssen Danst?

Het voelt voor mij eerlijk gezegd raar om ‘diversiteit’ op te nemen in aanvragen en verslagen, terwijl mijn ensemble in de jaren negentig misschien wel diverser was dan nu, ook al heette dat toen niet zo. Diversiteit was dus ook nooit mijn doel, het was een gevolg van mijn blik op de wereld en het vak. Een middel om maatschappelijke thema’s aan te kunnen stippen. De wereld is divers, zeker hier in Rotterdam, en mijn werk gaat over maatschappelijke thema’s. Ik vind het interessant om mensen met een verschillende achtergrond bij elkaar te brengen. Zwart en wit en groot en klein, urban, modern en klassiek geschoold. Het inspireert mij om die ene gevaarlijke danser die zo scherp is te zetten naast iemand die zacht en vloeibaar is. In de spanning tussen die twee mensen kan ik het leven voelen. Tussen negen Connys voel ik geen leven.

In welke van die kernwaarden kun je het beter doen?

We investeren veel in jonge dansers, qua geld maar ook qua coaching. Daar zou ik wel duurzamer in willen zijn. Die transitie van dansstudent naar uitvoerend kunstenaar is belangrijk voor een danser. Het is een fysieke, artistieke en persoonlijke reis, waarvoor één jaar eigenlijk te kort is. Omdat we ze niet altijd een vervolgcontract aan kunnen bieden, moeten ze tijdens dat stagejaar al op zoek naar een baan voor daarna. Begrijpelijk, maar daardoor missen ze de volledige toewijding en concentratie die ze eigenlijk wel nodig hebben voor hun ontwikkeling. Het is een paar keer gelukt om iemand wel een vervolgjaar aan te bieden. Dan blijft die focus dat eerste jaar scherp, dan kun je dat tweede jaar de diepte in. Je voelt dan dat alles wat je geïnvesteerd hebt er ook uit komt. Ineens zie je dingen gebeuren. Dat zou ik liever vaker willen doen. Hetzelfde geldt voor jonge makers. Ook hun zou ik langer de tijd willen geven om onder onze begeleiding aan het werk te gaan. Daar wordt uiteindelijk iedereen beter van.

Connie Jansen - fotografie: Catharina Gerritsen

Connie Jansen – fotografie: Catharina Gerritsen

Wat mist er nog in de Fair Practice Code?

Als de politiek de sector wil verplichten zich aan de Fair Practice Code te houden, dan moet dat ook in de subsidie verdisconteerd worden. Het moet van beide zijden fair zijn. Daarnaast is er in de politiek een discussie dat we ons geld ergens anders moeten halen. Wat vergeten wordt is dat ‘dat ergens anders’ heeft totaal geen idee over hoe onze sector werkt. Die vraagt of wij een leuk dansje kunnen doen om een jubileum op te leuken, maar die snapt dan niet dat ik drie dagen moeten werken om van iets bestaands iets voor die avond te maken. En dat ik die dansers weliswaar in dienst heb, maar dat we een deel van die salarissen moeten terugverdienen met dat soort opdrachten. Het is een hiaat met de wereld om ons heen. Wat mensen scherp moeten krijgen: wat je op toneel ziet is het resultaat van enorm veel arbeid. Die arbeid is artistiek, maar ook ambachtelijk, en het wordt gedaan door mensen, met jarenlange ervaring. En dat kan eigenlijk niet voor minder, want kunstenaars willen altijd topkwaliteit leveren – dat is onze reputatie en eer. Dat kost dus geld.

 

Tekst: Ko van ’t Hek
Fotografie: Catharina Gerritsen