Interview met Anne Breure, een van de aanjagers van de code

Anne Breure- fotografie van: Catharina Gerritsen
12 april 2023

Wat is het idee achter de Fair Practice Code, de nieuwe gedragscode voor de culturele en creatieve sector? Het woord is aan Anne Breure, een van de aanjagers van de code. “Het gaat om het palet aan waarden, niet alleen over geld en cijfers. We moeten steeds elkaar aan kijken: wat is er nodig?”

Waarom moest die Fair Practice Code er komen?

Dat is eigenlijk de verkeerde vraag. Het wordt namelijk niet van boven opgelegd, het is juist bottom-up ontstaan vanuit gezamenlijke zorgen en gedeelde verantwoordelijkheid. Kijk, iedereen is het in principe over die waarden van de code eens. Het wordt spannend als het gaat over ‘hoe gaan we dat doen?’ Met zo’n code spreken we de ambitie uit om er iets aan te gaan doen. Fair practice is in die zin vooral een houding, een mentaliteit. De vraag is eigenlijk: waarom lukt het ons niet altijd?

Anne Breure- fotografie van: Catharina Gerritsen

Anne Breure- fotografie van: Catharina Gerritsen

Oké, waarom lukt het niet altijd?

Vooral omdat de praktijk weerbarstiger is dan de theorie. Laat me een voorbeeld geven van wat ik weleens heb gehad als directeur bij het Veem. Makers benaderden ons dat ze na hun tournee in het buitenland graag bij ons willen spelen. Ik geef aan dat ik er eigenlijk geen budget voor heb, maar zij willen desondanks en omdat ik het graag wil tonen in Nederland, geef ik uiteindelijk toe. Het resultaat: ze komen voor veel te weinig spelen. Dat is heel verleidelijk en het lijkt te werken, maar vervolgens loopt het spaak. De fondsen zeggen dan: wat goed, je kunt zo veel doen met zo weinig geld. En politiek wordt er gezegd: er is niet meer geld nodig. Zo snijden we onszelf als sector in de vingers, want ergens moet die rekening betaald. Dat geldt breder in de cultuursector: we doen te veel voor te weinig. Na de bezuinigingen zijn we meer gaan doen en hebben we meer bezoekers bereikt. Het lijkt goed te gaan, maar het is een façade. De huidige situatie is aan de achterkant onhoudbaar geworden, het is niet vol te houden op deze manier. Dat blijkt bijvoorbeeld ook uit onderzoek van de Sociaal Economische Raad. Het is als een gebouw waar je geen onderhoud meer aan doet, omdat je elk jaar denkt: we hebben het geld er niet voor. Maar je weet dat er een moment komt dat je voor de kosten moet opdraaien. Het frame achter de façade moet ook blijven staan. Met zo’n Fair Practice Code kunnen we elkaar eraan houden om duurzaam en solidair met elkaar te werken.

En onderhoud kost geld.

Ja, dat kost geld. Dan heb je twee keuzes: meer geld erbij of minder doen. Toen wij met Veem van fondsen eenderde kregen van wat we nodig hadden om volledig eerlijk een duurzaam te kunnen bestaan, hebben we besloten dan ook maar eenderde van de dagen op te gaan. Niet 365 dagen open, maar 100. We zouden als sector dus ook kunnen zeggen: minder geld betekent een minder grote façade.

Anne Breure- fotografie van: Catharina Gerritsen

Anne Breure- fotografie van: Catharina Gerritsen

Hoe verhoudt een zachte waarde als ‘vertrouwen’ zich tot dit geldvraagstuk?

Het is niet alleen een kwestie van meer of minder geld. Het gaat ook over hoe we dat geld besteden. De regeltjes en prestatie-eisen zijn enorm. Er zou meer vrijheid, flexibiliteit en vertrouwen naar elkaar moeten zijn. Onderhoud is belangrijk, maar welk onderhoud precies nodig is, is elke keer anders en kun je niet van tevoren al helemaal voorzien. Als je dus iemand aanstelt voor het onderhoud, vertrouw diegene dan, in plaats van hem regels op te leggen als – sorry, ik blijf even in de gebouwenmetafoor – ‘je moet alle lampen elke twee jaar vervangen’. Misschien is het verstandiger om bijvoorbeeld naar de vloer te kijken. Of om dit jaar weinig te doen en volgend jaar weer meer.

Wat is de grootste winst van een Fair Practice Code?

Dat we met elkaar aan dezelfde tafel zitten, dat we ons realiseren dat we het samen moeten doen. Instellingen, kunstenaars, fondsen en politiek hebben elkaar nodig. Samen maken we dat fantastische kunstenveld. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid om het volgens die gedeelde waarden in stand te houden, te vernieuwen en te verrijken. Het blijft een uitdaging om praktijken bij elkaar te brengen: een maker wil misschien dat de code harder is over vergoedingen en overheden hebben meer behoefte om het juridisch dicht te tikken. Maar het is in ieder geval winst dat we met elkaar in gesprek zijn over hoe we dit doen. Dat bewustzijn is een grote eerste stap. Zo kun je als maker of instelling er ook naar verwijzen: ’ik hanteer wel de Fair Practice Code.’ Dat is niet het eindresultaat, maar dat is het begin van een doorlopend gesprek over hoe je duurzaam en solidair samenwerkt. Dat is al grote winst.

 

Tekst: Ko van ’t Hek
Fotografie: Catharina Gerritsen